Vrijdag 25 juli
Vanochtend waren we weer vroeg wakker. Na een ontbijtje bij het hotel en het vullen van de tank gingen we op weg. Dit keer via de snelweg (I-90) naar het westen. We reden ongeveer drie uur, waarbij we onderweg een tijdgrens passeerden. Nog een uurtje verder terug, we bevinden ons nu in de ‘Mountain time’ met 8 uur tijdsverschil met NL. Dit alles in de staat South Dakota, waar we aankwamen bij ons eerste National Park: Badlands. Hier kochten we de America the beautiful pass voor toegang tot alle parken.
Badlands is eigenlijk een lange kloof in het landschap, waar rots kliffen het pioniers moeilijk maakten om verder te trekken, laat staan om hier te leven. Slecht land dus. Wel mooie uitzichten en het thuis van vele prairiehonden (een familielid van de eekhoorn, die in holletjes in de grond wonen). Dit was meteen een favoriet dier van de meiden. Papa had Laura beloofd dat ze vandaag een bizon zou zien, en gelukkig hebben we er in de verte eentje gespot.

Na Badlands was het tijd voor een ware tourist-trap: de Wall drugstore in Wall, een dorpje zonder verdere betekenis. De winkel is een aaneenschakeling van curiosa, americana en kitsch, met als hoogtepunten de bewegende reuze dino en de jackalopes. Wat dat laatste betreft: bekijk onze vlog (nog even geduld dus) en dan wordt het je vast duidelijk.
Ondertussen is het ook behoorlijk warm geworden en het was hoog tijd voor een ijsje. Op naar de Dairy Queen voor een blizzard.
Morgen is het tijd voor de Black Hills en komen we aan in het bergachtige, beboste gebied waar we een aantal dagen blijven. Als eerste staat een Amerikaans hoogtepunt op het programma, we willen namelijk Mount Rushmore bezoeken (die met die uitgehakte gezichten).