[donderdag 20] Water valt!

Na een rustige nacht werden wij wakker met het idee: laten we eens naar een ander land gaan. En dus pakten wij onze koffers op en gingen wij op weg. Op ongeveer drie kwartier van Vancouver ligt de grens met Amerika. Nadat we met de auto door allemaal radiografische poortjes waren gereden, moesten we uitstappen en een visum papiertje halen in het gebouw. Hier werden de gebruikelijke vragen gesteld en gelukkig mochten we weer verder.

En merk je nu meteen verschil als je de grens over rijd? Zowieso vind ik de verschillen erg minimaal, maar toch: Amerikanen rijden wat netter, ze hebben over het algemeen alles iets beter geregeld, en in winkels en restaurants krijg je net even wat meer service. Wat opviel was dat de boerderijen netter leken, beter opgeruimd.

We waren op weg naar North Cascades National park. Een groot gebied in de bergen van het noord westen van de staat Washington. Zoals de naam al zegt zijn hier veel watervallen te vinden. En dat stelde ons zeker niet teleur, we kwamen ogen en oren tekort om elke waterval te zien. Verder was er de rivier en een stuwmeer. We hebben een stuk gewandeld langs een creek, een snelstromend riviertje. We hebben ons wederom verwonderd over de kracht van het water, als het tientallen meters naar beneden stort met honderden liters tegelijk.

Bij ons overnachtingsadres aangekomen bleek dat wij de enige gasten waren. Helaas geen internet, dit werkte weer eens niet, maar wel lekker rustig!
Toen we wat wilden gaan eten bleek dat er alleen wat schimmige tentjes open waren. Hierop zijn we maar even doorgereden naar een dorpje genaamd Beton (Concrete), waar we ons in de ‘main street’ in het wilde westen waanden. Hier vonden we een klein dorpsrestaurantje waar we een heerlijke grote steak voor weinig hebben gegeten!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schuiven naar boven