Maandag 11 augustus
Na een tocht van bijna 3 uur kwamen we rond 11 uur vanmorgen aan bij Glacier National Park. Precies op tijd want we hadden in april al een reservering gemaakt om vanaf 11 uur de Going-to-the-sun road op te mogen. In de zomermaanden zijn deze timed entry reserveringen nodig omdat anders de weg vol loopt. De Going-to-the-sun road is aangelegd in 1932 en gaat vrij stijl om hoog naar een pas op 2 km hoogte. De uitzichten waren spectaculair!

We wilden proberen om de meest populaire wandeling van het park te doen, de Hidden lake wandeling. We wisten van te voren al dat parkeren hiervoor lastig zou worden en na even rondrijden op de parkeerplaats, bleek het inderdaad weinig zin te hebben om daar op een plekje te wachten. Dus reden we door in de hoop op een parkeerplekje in de buurt van de volgende gratis shuttlebus halte. Dat lukte en na even wachten en een kort ritje waren we weer terug bij het begin van de wandeling.
De wandeling zelf was prachtig, maar wel een steile klim op hoogte (ruim 2100m). We zagen dikhoornschapen, berggeiten, marmotten en grondeekhoorns.

Het eind doel was een uitzichtpunt op, zoals de naam al doet vermoeden, een verborgen meer. Mooi om te zien, maar de conclusie van sommigen van ons was dat de uitzichten onderweg en de beesten die we zagen mooier waren dan het uitzicht op het meer.

Met de shuttlebus gingen we weer terug naar de auto en reden we (langzaam door de drukte) weer het park uit. We kwamen pas tegen half 6 bij onze caravan aan. We hebben ons zelf snel geïnstalleerd, hebben gekookt en gegeten en zijn daarna naar bed gegaan. We waren moe van alles wat we gezien en gedaan hebben. Morgen gaan we weer vroeg naar Glacier terug!