Zondag 27 juli
Vandaag stond het tweede National Park op de planning: Wind Cave NP. Bovengronds is het een heuvelachtig grasland waar je bizons en herten kan spotten, ondergronds is dit het meest complexe grottenstelsel ter wereld.
Je kunt de grotten alleen bekijken via een rondleiding met een Park ranger en dat is meestal snel uitverkocht. Wij hadden online al tickets gekocht en konden dus mee met een tour. Voor de kids was het de eerste keer dat ze zo ver onder de grond gingen en ze vonden het prachtig. In Europa zie je in de meeste grotten stalagmieten en stalactieten, maar deze grotten staan bekend om ‘boxwork’, een soort vakjeswerk van broos gesteente. Lastig te omschrijven dus: zie foto!

Na deze grottentocht was het tijd voor een picknick. Daarna gingen we op zoek naar bizons want die wilden we nu eindelijk wel eens van dichterbij bekijken. Dat lukte niet, we zagen er maar eentje, in de verte.
Omdat we tijd over hadden en toch wel graag wat bizons wilden zien, zijn we doorgereden naar Custer State Park, wat naast Wind Cave NP ligt. Waarom dit grote staatspark geen (onderdeel van het) National Park is geworden is ons een raadsel. Op de zogenaamde wildlife loop hoopten we meer bizons tegen te komen. Maar helaas zagen we er geen één. Dat viel toch best tegen. Misschien verstopten ze zich allemaal in de bossen want het was weer behoorlijk warm. Gelukkig zagen we wel wat herten en ezeltjes (burro’s).
We sloten de dag af met een kampvuurtje. Morgen gaan we een ander gedeelte van Custer State Park bekijken!